Collectief en anv’s als haarlemmerolie voor landschapsontwikkeling
In de serie Veldhelden in ons magazine Mijn Natuur spreken we mensen met een visie en hun voeten in de klei. Dag in, dag uit zetten zij zich in voor meer biodiversiteit, een mooier landschap en een duurzame toekomst.
 Theo van Goch, thuis in Ammerzoden
Theo van Goch, thuis in Ammerzoden
In deze aflevering: Theo van Goch, melkveehouder in Ammerzoden, en projectleider ANLb bij het Collectief Rivierenland, waar hij samen met de ecoloog zes gebiedscoördinatoren aanstuurt. Daarnaast is hij betrokken bij de agrarische natuurvereniging De Capreton.
Het werkgebied van Collectief Rivierenland loopt van de Duitse grens tot het Munnikenland, het meest westelijke deel van de Bommelerwaard. Het collectief zet zich in voor het behoud en de ontwikkeling van het karakteristieke rivierenlandschap. Maar liefst zes agrarische natuurverenigingen (waaronder De Capreton), 644 boeren en honderden vrijwilligers zijn erbij betrokken. Het collectief is de schakel tussen beleid en uitvoering.
Doelen halen
Het belangrijkste instrument is de landelijke subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Collectief Rivierenland maakt afspraken met boeren in het werkgebied over aangepast beheer van landbouwgrond, zodat biodiversiteits-, landschaps- en milieudoelen kunnen worden behaald. De deelnemers ontvangen hiervoor een vergoeding. In totaal gaat het om ruim 5.000 hectare.
Mozaïek van beheervormen
‘In de eerste plaats gaat het om weidevogelbeheer’, vertelt Theo van Goch. ‘Ieder jaar overleggen we met de agrariërs: kun je later maaien? Kun je een greppel onder water zetten? Ook hebben we verscheidene percelen met kruidenrijk grasland en plas-dras. Daarnaast is de patrijs een belangrijke doelsoort, waarbij we wat breder kijken naar de hele habitat. We zaaien bijvoorbeeld akkerranden en wintervoedselakkers in. Uiteindelijk gaat het om een mozaïek aan beheervormen, waarvan ook andere doelstellingen voor milieu en waterkwaliteit en andere diersoorten mee profiteren.’

BAM-akker in de Bommelerwaard
Biodivers Akker Mozaïek
Buiten het ANLb om kent Collectief Rivierenland nog andere gebiedsprojecten. Vrij nieuw is de pilot met zogeheten BAM-akkers. Op negen locaties is ruim 50 hectare Biodivers Akker Mozaïek aangelegd, vogelakkers die bijvoorbeeld overwinterende akkervogels enorm ten goede komen. Van Goch: ‘Het is eigenlijk een vorm van strokenteelt met luzerne en allerlei kruiden, maar ook gangbare rust- en eiwitgewassen. We werken hierin samen met agro-ecoloog Ben Koks, Anthonie Stip van de Vlinderstichting, en Sander Bernaerts als adviseur bio-akkerbouw. Als je ziet hoeveel verbetering voor de biodiversiteit dat oplevert in relatief korte tijd, dan voel je hoeveel we nog kunnen bereiken.’
Grote potentie
Het project met de BAM-akkers is nog experimenteel. Maar verwacht wordt dat deze vorm van landbouw vanaf 2027 wordt opgenomen in het ANLb en er dus ook een vergoeding tegenover staat. Melkveehouder Theo van Goch ziet grote potentie, omdat de opbrengst van de verbouwde gewassen goed past binnen het businessmodel van het agrarische bedrijf. ‘Het is belangrijk dat je naast wat goed is voor het landschap, ook de voedselproductie in de gaten blijft houden. Want mensen moeten wel eten. Dus als je die combinatie kunt maken, met bijvoorbeeld luzerne dat geschikt is als veevoer, met tegelijk oog voor de natuur, dan is dat minstens net zo belangrijk als alles wat we nu al binnen het ANLb doen. De BAM-akker biedt een mogelijkheid om te komen tot breed gedragen agrarisch natuurbeheer.’
De beste vorm
Van Goch ziet in zijn praktijk drie soorten agrariërs: pioniers die er echt voor gaan, boeren die vooral pragmatisch kijken naar de onkostenvergoeding, en boeren die het nog niet aandurven. ‘Ik heb respect voor alle drie. Ik vind het vooral belangrijk dat we aan tafel zitten. Al is het maar simpelweg voor legselbeheer, zodat ze bij het maaien netjes om de nesten heen rijden.’ Theo draagt zijn eigen praktijkkennis graag over aan anderen. ‘Hoe verbeteren we het landschap en vergroten we het draagvlak voor de landbouw? Het collectief en de agrarische natuurverenigingen zijn daar eigenlijk wel de beste vorm voor.’
Gunfactor
Belangrijk is volgens Van Goch ook dat mensen die hun nek uitsteken, daarvoor niet alleen een vergoeding krijgen, maar ook waardering voelen. ‘Er komt een indexering aan waarmee we weidevogelbeheer of aanleg van landschapselementen extra kunnen belonen. Dat is mooi. Maar waardering is ook een soort gunfactor. Dat je gebruik mag blijven maken van de uiterwaarden bijvoorbeeld. Daar wordt gekeken naar het gebruik van dijken. Benut de kennis en ervaring van de agrarische natuurverenigingen en het collectief die diep geworteld zijn in het gebied en nauw verbonden met de praktijk.’
Overschakelen
In zijn eigen melkveehouderij is Van Goch nu al zo’n 10 jaar bezig met agrarisch natuurbeheer. Opvolging heeft hij niet. Daarom overweegt hij op termijn zijn 65 melkkoeien weg te doen en over te schakelen op duurzame teelt. ‘Dan zou ik mijn grond willen inzetten om de verduurzaming in de landbouw een handje te helpen. Misschien verschijnt dan ook hier wel een BAM-akker,’ zegt hij met een glimlach.
Tekst: Marlies Kolthof | Foto's: Fam. Van Goch, Trix van Veen